Op 4 februari – Wereldkankerdag – besteden we wereldwijd aandacht voor de impact die kanker heeft op het leven van heel veel mensen. Om die impact te verminderen, is lichaamsbeweging een effectieve manier. Zowel lichamelijk als geestelijk. Dat blijkt uit wetenschappelijk onderzoek van hoogleraar Klinische Epidemiologie Anne May van het UMC Utrecht.
De behandelingen die kankerpatiënten moeten ondergaan zijn vaak intensief. Denk bijvoorbeeld aan chemotherapie of bestraling. De negatieve bijwerkingen, klachten zoals vermoeidheid, maar ook mentale problemen zoals angst en depressie, kunnen lang aanhouden. Anne May is hoogleraar Klinische Epidemiologie van het leven met en na kanker aan het UMC Utrecht. Ze doet onderzoek naar het belang van leefstijlinterventies, in het bijzonder het belang van lichaamsbeweging tijdens en na de behandeling tegen kanker.
Bewegen positief voor geestelijk welzijn
“Uit onderzoek weten we dat lichaamsbeweging tijdens de behandeling leidt tot minder vermoeidheid. Maar ook in beweging blijven na een behandeling kan helpen om sneller te herstellen en weer fit te worden”, vertelt May. “En naast lichamelijke voordelen bleek dat beweging ook een positief effect heeft op het geestelijk welzijn. Patiënten die meededen aan een beweegprogramma, hadden verminderde gevoelens van bijvoorbeeld angst en depressie, in vergelijking met patiënten die dat niet deden. Dat was een heel mooie en belangrijke uitkomst.”
Meer onderzoek nodig naar vermoeidheid
De resultaten uit het onderzoek van Anne May toonden duidelijk een positief effect van lichaamsbeweging op klachten zoals vermoeidheid, tijdens of na een kankerbehandeling. Hoe dit precies werkt in het lichaam is nog niet helemaal opgehelderd. “Vermoeidheid hangt onder andere samen met ontstekingsreacties in het lichaam. Die worden getriggerd door tumoren, maar bijvoorbeeld ook door chemotherapie. We zagen dat beweging zorgde voor dalende ontstekingsmarkers. Dat zijn signaalstofjes in het bloed die aangeven in hoeverre er sprake is van ontstekingen in het lichaam. Maar over hoe dit precies werkt is nog veel onduidelijk, daar moeten we meer onderzoek naar doen.”
Belang van bewegen meer in praktijk
Met beweging kunnen patiënten dus de negatieve bijwerkingen van de behandelingen verminderen. May werkt nu aan wetenschappelijk onderbouwde richtlijnen om bewegingsprogramma’s als standaard onderdeel van de behandeling in te zetten. “We willen het belang van bewegen tijdens en na kankerbehandelingen meer in de praktijk brengen. Dat gaan we in het UMC Utrecht doen onder meer door patiënten te verwijzen naar het Schakelpunt Gezond Leven. We zien dat programma’s waarbij mensen hulp krijgen om in beweging te komen beter werken dan programma’s waarbij dat niet zo is. Patiënten die erg vermoeid zijn kunnen echt wel wat hulp en supervisie gebruiken. Vaak laten ze na hun bewegingsprogramma weten dat ze zich beter voelen dan daarvoor.”